Vrijdag 4 november, Utrecht, Vredenburg Leidsche Rijn, 20.15 uur. Weinberg festival: S.Prokofjev. Ouverture op Hebreeuwse thema’s, M.Weinberg. Vioolconcert op.67 (Nederlandse première), D.Sjostakovitsj. Symfonie nr.10. Radio Filharmonisch orkest o.l.v. Pablo Heras-Casado, Eugene Ugorski, viool.
Er zijn premières waarbij de rode lopers uitgerold worden. Fotografen en cameramannen dringen zich naar voren om designers creaties van genodigden vast te leggen, journalisten proberen de gesprekken op de loper op te vangen, en de sieraden (en bijou) glinsteren in het licht van felle spotjes. Bij klassieke muziekpremières merk je weinig van flitsende camera’s en nog minder van de bij artiesteningang wachtende (muziek)journalisten. De laatste keer dat ik bij een klassiek concert op de rode loper stuitte, was bij het jubileumconcert van Geneco. En hij werd niet eens voor de componisten en orkestmusici uitgerold maar voor de koningin. Met de schittering van juwelen in de loges van Het Concertgebouw viel het toen ook heel erg mee, en de fotografen leken pas geïnteresseerd nadat ze in de gaten kregen dat de spreker op het podium niet helemaal in orde was en onmogelijk bij het Nederlandse componisten genootschap kon horen.
De meeste muziekpremières verlopen rustig, beschaafd en voor de ‘buitenwereld’ helaas onopgemerkt. Voor spraakmakende en mediagenieke happenings moet je bij de heropening van het gerestaureerde Bolsjoj theater in Moskou zijn. Daar eindigde de recente première van Glinka’s Ruslan en Ljudmila bijna in een vechtpartij met uitzinnige uitroepen ‘Bravo’ en furieus geschreeuw ‘Schande!”. In Nederland heb ik nog nooit emotioneel reagerend publiek meegemaakt. Misschien word ik bij verkeerde premières uitgenodigd. Of misschien hebben de tussen de haakjes en met kleine lettertjes geschreven woorden ‘wereldpremière’ en ‘Nederlandse première’ hun magische glans voor het publiek verloren. Voor mij klinken ze nog steeds als proostende glazen champagne die bij een doop van een nieuw schip worden geheven. En ze maken me meteen nieuwsgierig naar deze nieuwe en nog onbekende muziek. Ik hoop altijd dat er nog meer luisteraars in de zaal zijn die daadwerkelijk voor dat ene stuk komen, dat in programma’s altijd ergens tussen de andere, hun première al overlevende werken verstopt zit.
De Nederlandse première van het Mieczyslaw Weinbergs Vioolconcert werd ‘verstopt’ tussen de weinig opvallende, maar wel met een mooie klarinet solo gezegende ouverture van Prokofjev, en de sombere, tragische 10e symfonie van Sjostakovitsj. Ik kwam voor Weinberg, nadat ik een paar dagen eerder de Nederlandse première van de superoptimistische Vinni Puh bijgewoond had en ontzettend nieuwsgierig naar de andere werken van deze componist geworden was. Vanaf de eerste minuut werd ik gegrepen door de enerverende en verstikkende spanning die de solist Eugene Ugorski en het Radio Filharmonisch orkest keer op keer wisten op te bouwen. De tegenstrijdige, nu eens opgewekte en dan weer donkere opzwepende klanken en melodische lijnen botsten tegen elkaar en tegen de terugkerende viool solo. De nostalgische en doordringende vioolstem was als een omhullende lichte wolk die geruststelling gaf en als een eenzame lichtstraal door de orkestrale polyfonie scheen. En hoe dichter de spanningsmist werd, hoe doordringende en eenzamer de viool klonk…
Ik ging naar huis met het gevoel dat ik een nieuwe componist ontdekt had. Een echt premièregevoel, dat wel, maar ook een beetje raar gevoel als je bedenkt dat ik met de filmmuziek van Weinberg opgegroeid ben, zonder dat ik zijn naam ooit heb onthouden. Het programmaboekje van het Weinbergfestival vermelde nog meer ooit onopgemerkte werken die samen voor herschreven muziekgeschiedenisboeken en herziene muziekuitgaven zouden kunnen zorgen. Mits bijgewoond door vele journalisten en champagne drinkend en in de glans van de kroonluchters defilerend premièrepubliek. In plaats van champagne snoepte ik (en nog twee zeer betrokken en geïnteresseerde violisten) van de Russische karamelbonbons. Gelukkig waren er geen fotografen in de buurt toen we de goed gevulde en waarschijnlijk nog na Vinni Puh overgebleven schaaltjes ontdekten. En dat is eigenlijk het enige voordeel dat ik bij de bescheidenheid van de klassieke muziekpremières kan bedenken.
twee zeer betrokken en geïnteresseerde violisten 😀 Все конфеты унесли… Имен не называем!
я их в Италии ещё потом доедала и обёрточки в программку положила – как цветы засушенные….
:)))
Reblogged this on Russische muziek in Nederland.