Wij worden wakker in Napels. In deze stad hebben we net zo weinig tijd als in La Valletta. Na een snel ontbijt gaan we al om kwart over 8 van boord af. Binnen een paar minuten komt er een jongen op ons af: of wij de eerste keer in Napels zijn, en of wij een taxi nodig hebben. Ja, die hebben we wel nodig. Oke, als we hier de eerste keer zijn, dan moeten we naar Pompeii, zegt hij. Nee, wij zijn wel de eerste keer hier maar wij willen naar de Vesuvius, en daarna misschien naar Pompeii. Hij kijkt enigszins verbaasd, maar begint snel te rekenen en is uiteindelijk bereid om ons én naar de Vesuvius én naar Pompeii te brengen.
Zijn taxi blijkt een minibusje voor 6 personen, en onderweg luisteren we naar zijn favoriete jazzbewerkingen van popmuziekliedjes. Wel is zijn tank verdacht leeg, maar we tanken voorlopig nog steeds niet. Binnen 25 min (45 km) zijn wij bij de Vesuvius. Langs de weg zie ik overal honden los lopen, in groepjes van twee en drieën. Of ze liggen opgerold langs de weg te slapen. De slingerweg van het Vesuvius nationale park loopt stijl omhoog, wij komen steeds hoger en hoger, en het uitzicht over de Baai van Napels, de haven, stad en voorstadjes wordt steeds uitgebreider en mooier.
Om 8.45 rijden we de parkeerplaats op. Een paar souvenirtafels, een dicht Biglietteria-gebouw en slechts drie wachtende auto’s. Meestal gaat de Vesuvius om half negen ‘open’, maar vandaag is de wind zo hard dat het hek dicht blijft. Twee gidsauto’s vertrekken om te checken hoe hard het boven waait. Het biglietteria-raampje gaat uiteindelijk om 9.25 open. We stappen de auto uit en worden bijna weggeblazen door de koude wind. Iedereen is warm gekleed, inclusief mutsen, sjaals en handschoenen. Ik heb slechts een windjak aan en Edwin – een trui. Gelukkig heb ik in mijn tas nog een gele plastic regenjas. De wind is zo koud dat Edwin zelfs met dit plastic ding blij is. Het hek gaat open, en we starten onze ‘beklimming’, begeleid door drie kwispelende honden. De wind is ondraagbaar, de oren en handen doen snel pijn van de kou, het is hier rond 9 graden. De weg is stijl, we moeten 900 meter omhoog lopen, en wij zijn al na 5 minuten doodmoe. De honden lopen mee, stoppen om met ons mee uit te rusten en wachten geduldig tot wij weer verder kunnen. Na een halfuur lopen zijn we bij de krater. Hij is enorm, met een rokend gedeelte, in allerlei kleuren en lagen. De honden liggen inmiddels uit de wind bij twee souvenirwinkeltjes. We lopen terug, nu met de wind in de rug en berg af. Het is een stuk makkelijker lopen en wij leggen de weg in 15 min af. Uitgeput, buiten adem, bevroren en gillend van het lachen ploffen we op onze stoelen.
Nu kunnen we naar Pompeii! Wij rijden de snelweg op, de vulkaan ligt links en is met iedere minuut steeds verder van ons verwijderd. Ongelooflijk dat wij daar net bovenop zijn geweest. Ineens zijn we bij de afslag Pompeii en binnen een paar minuten staan we voor het hek. Dat is het, de archeologische zone. Wij lopen rond, langs de keurig verzorgde straatjes, gesnoeide boompjes en hegjes, het is hier zo anders dat ik me voorgesteld had! En al helemaal anders dan op het schilderij van Karl Brjoellov ‘De laatste dag van Pompeii’, dat in mijn kinderjaren op de luxe dozen met chocoladebonbons afgebeeld werd. Ik zie het nog voor mijn ogen, maar het past helemaal niet bij deze omgeving. Wel bij de dozen met de chocolade…
Op terugweg besluit onze taxichauffeur toch wel langs een tankstation te rijden. In Napels hebben nog voldoende tijd om koffie bij Gambrinus te gaan drinken: de naam van dit café klinkt zo Russisch dat ik graag binnen wil kijken. Wij lopen langs het kasteel, het paleis, de winkelgalerij, het San Carlo theater, een prachtig plein en de fontein. Bij Gambrinus is er een enorme drukte, wij kunnen niet eens naar binnen…
Morgen komen we in Savona aan, en dan blijft er alleen nog de laatste Italiaanse bestemming over – het vliegveld Linate in Milaan. ’s Avonds zijn we weer in Amsterdam.
Jullie hebben een hoop gezien, dat gaat echt in een sneltreinvaart. Mooi foto’s.
:))
Ja dit is helemaal bekend terrein voor mij…Napels, Vesuvius en Pompeï. Mooi om te zien en te lezen. Ik was er j.l. maart nog. Alleen mochten we toen Pompeï niet in vanwege slecht weer en instortingsgevaar. ( ik was er al een paar keer geweest)….We gingen toen naar een kerk ietsje verderop, daar was het droog 😉
Als je weer eens in Napels bent Olga, moet je beslist naar het conservatorium. Het is een prachtig gebouw en heeft zo’n beetje alles bewaard van de oude Napolitaanse school. Omdat Paola bij mij was, eigenlijk andersom ;-), gingen alle deuren open. Ze kent iedereen daar. Er is een prachtig museum in het conservatorium waar iedereen in mag, maar ook nog een ‘geheim’ gedeelte waar ik met Paola inmocht. Voordat ik het wist had ik manoscripten van de oude meesters in mijn handen. Wát een sensatie!
Wat een prachtige reis hebben jullie gehad, ’n heel indrukwekkend verslag.
Genoten van alle wederwaardigheden van jullie.
Maar wat een tempo, niet bij te benen.
Ben je al uitgerust van alle indrukken??