Eric Siblin. De cellosuites. J.S.Bach, Pablo Casals en de speurtocht naar een meesterwerk. Vertaald door Frits van der Waa. Amsterdam: De Bezige Bij, 2011. 350 p., ill. ISBN 9789023458043
Er zijn muziekwerken die jaren op hun eigen ‘Bach revival’ moeten wachten, maar eenmaal herontdekt, verdwijnen ze nooit meer uit het concertrepertoire. Bij de première niet opgemerkt, door tijdgenoten snel vergeten of in de loop der tijd verloren gegaan, danken ze hun wedergeboorte vaak aan de nieuwe vertolker die zijn fascinatie op iedereen weet over te brengen. Sinds de eerste uitvoeringen door Pablo Casals in 1901-02 houden de zes cellosuites van J.S.Bach al enkele generaties van cellisten, musicologen en toegewijd publiek in hun ban. De Cellosuites van Siblin vertellen de levensverhalen van twee musici, die verbonden zijn door de suites. Door één van hen zijn ze gecomponeerd, door de andere wereldberoemd gemaakt.
Zes suites worden zes hoofdstukken, die ook inhoudelijk de opbouw van de gestileerde danssuites proberen te volgen. Triest en vrolijk, opgewekt en melancholiek, vredig en dramatisch, de gebeurtenissen in elk menselijk leven volgen elkaar op als bewegingen en danspassen van Allemande, Menuet of Gigue. De jonge en verliefde Bach maakt plaats voor de Bach-weduwnaar, de gevierde hofcomponist wordt de aan strikte reglementen gebonden cantor-organist. Altijd omringd door zijn leerlingen en familieleden, altijd aan het componeren en spelen, en altijd in de weer met inkomsten en steeds veranderende werkvoorwaarden.
Het levensverhaal van Bach speelt zich af in Arnstadt, Mühlhausen, Weimar, Köthen en Leipzig, dat van Pablo Casals in Spanje en Catalonië. Daar ontdekt de toen nog 13-jarige cello leerling van de Gemeentelijke Muziekschool van Barcelona de kopie van de suites van Bach. Het duurt nog twaalf jaar voordat de cellist ze in zijn concertprogramma’s begint te spelen en nog meer dan dertig jaar tot de eerste opnamen. De suites lijken Casals op het lijf geschreven, ze worden zijn levenswerk. Net als bij vele andere musici, geïnspireerd door het spel van Casals. Voor de één zijn ze ‘een persoonlijke bijbel’ (Misha Maisky), voor de andere – de muziek die ‘echt bedoeld [is] om je aan het lachen of aan het huilen <…> te maken’ (Matt Haimovitz).
Niet alleen de musici lijken de levenslange fascinatie voor de cellosuites te hebben. De Canadese muziekjournalist Eric Siblin leert zelf cello spelen om de suites beter te begrijpen. De suites ‘overkomen’ hem tijdens één van de concerten en laten hem niet meer los. Hij bezoekt de lezingen en Bachs festivals, praat met de cellisten, bestudeert de bewerkingen, interpretaties en de talloze opnamen van de suites. Zo ontstaat het derde levensverhaal in dit boek: dat van Eric Siblin zelf en van zijn zoektocht naar de geschiedenis, betekenis en essentie van de cellosuites van Bach. ©OlgadeKort, 2012.
Gepubliceerd in Kunstzone, nr.2-3, 2012.
Geef een reactie