29 augustus 2012: Nederlandse oprijlaan: Rusland, dag 3
De regen gaat maar door. En zo ook mijn wandelingen door het natgeregende dorp op zoek naar de loopbare stukjes grond, verdwenen herinneringen en restanten van de ‘oude beschaving’. Eén van deze ‘overblijfselen’ is het Nieuw-Jeruzalem klooster en het bijbehorende museum. Helaas is ook het klooster onherkenbaar geworden: de belangrijkste blikvangers, de gouden koepels, zijn weg, de metalen koepel karkassen zijn gedemonteerd, en overal op het terrein wordt er gegraven, getimmerd en gebouwd. De voormalige kloostergebouwen die ruim tachtig jaar lang plaats aan het museum boden zijn leeggeruimd. Sinds enkele jaren zijn de monniken terug en het museum wacht op zijn verhuizing naar een nieuwbouw buiten de kloostermuren.
Eigenlijk mag ik hier helemaal niet lopen, alles is gesloten voor bezoekers, maar ik heb een afspraak met de wetenschappelijke secretaris van het museum, een gepensioneerde historicus die de geschiedenis van Istra en omliggende dorpjes onderzoekt. En het toeval besliste dat één van de voormalige landgoederen uit de buurt aan de vriend van Peter de Grote, uit het Nederland afkomstige koopman Andrej (Andreas) Winius (Vinius) (1641-1717) behoorde. Zijn landgoed had een prachtige oprijlaan, een groot park en een vijver waar Winius samen met de Amsterdamse burgemeester Nicolaas Witsen (1641-1717) en de Oostenrijkse diplomaat Johann Georg Korb (1672-1741) gingen vissen.
Op de plaats van het voormalige landhuis werd 100 jaar geleden door Pjotr Tretjakov, de stichter van de beroemde galerij in Moskou, het filiaal van de eerste Russische school voor doofstomme kinderen geopend. De school bestaat nog steeds en staat de laatste drie jaar onder leiding van mijn broer. Iedere ochtend rijdt hij naar zijn werk door de oprijlaan van de Nederlander Winius. Ooit groeiden en bloeiden hier de uit Nederland meegebrachte planten en bloemen. Via Winius en Witsen kreeg ook de patriarch Nikon de ‘Hollandse’ plantentuin in zijn nabijgelegen Nieuw-Jeruzalem klooster. Als het aan de museum secretaris zou liggen dan is de huidige burgemeester van Amsterdam bij deze ook van harte uitgenodigd om naar voorbeeld van zijn voorganger een boom of een bloembol in de kloostertuin en bij de school te komen planten. Maar dat kan ik hem natuurlijk niet beloven. Wat ik wel kan, is op zoek gaan naar een vergelijkbare school voor doofstomme kinderen in Nederland die geïnteresseerd is om contacten met de Russische school op het landgoed van de oud-Nederlander te leggen.
Ik verlaat het museum met boeken en foto’s die goed van pas komen voor mijn lezing over het Nieuw-Jeruzalem klooster in maart en een artikel over Winius en Witsen. Ik moet steeds glimlachen als ik aan een bloembollen plantende burgemeester denk, maar het beeld van een Amsterdamse burgervader die met een spade in de handen in de tuinen van het klooster en de school rondloopt, laat me niet meer los….©OlgadeKort, 2012.
Beautiful story Olga!
When Andrey Boretski was on his first visit to Amsterdam (2011) he wanted to visit pales Soestdijk. My sister Sandra and I did not know what the attraction would be but to be polite we went to Soest. Of course the palace was closed for renovation but de “oprijlaan” was there. Andrey told us that the reason he wanted to see it was that this palace is a copy of Pavlovsk and built by Queen Anna Pavlovna to remind her of her childhood home. The “oprijlaan” leads from the palace to an old war monument and is now marred by a car-highway. In this palace the piano virtuoso Anton Rubinstein made his European debut as a child protege. I love the classic “oprijlaan”, the Dutch word cannot even be properly translated, there is no English word for it. (the drive?) Thanks for your travelog of day 3 in your old home town.
xx Clara
En nu maar hopen dat er een subsidiepotje iets kan doen voor zo’n cultureel erfgoed die daarmee de schoonheid van dit landgoed kan verhogen voor de kinderen die er wonen.