30 augustus 2012: Rusland, dag 4: Datsja.
De regen is gestopt. De eerste zonnestralen verwarmen de grond, drogen de plassen en vrolijken het dorpje op. De paraplu ligt voor alle zekerheid nog in de tas, maar deze middag hebben we hem niet meer nodig. Na de lange ochtendwandeling naar de begraafplaats en terug kunnen mijn moeder en tante amper meer lopen, maar ze kunnen ook niet rusten totdat ik de datsja heb gezien. En zo zitten we dezelfde middag nog in de taxi op weg naar de datsja, een huis buiten Istra waar mijn moeder en tante vanaf mei tot september wonen. Het is een warm, licht huis met oude appelbomen, bessenstruiken en bloemen. De afgelopen jaren zijn er kilo’s Nederlandse bloembollen in deze grond gepland. Ik hoor dat deze zomer de verwilderde donkerbruine tulp zelfs nog bloeide die ik twaalf jaar geleden opstuurde. Nu is het bloemenseizoen voorbij, de paden zijn bezaaid met appeltjes en de bladeren van de uitgebloeide rozen. Ik heb enkele zakjes met Nederlandse bloemzaden meegebracht, die als het goed is de volgende zomer de tuin in alle kleuren laten schitteren. Maar eerst moet ik de zaai instructies naar het Russisch vertalen. Mijn tante doet haar bril op, pakt een pen en begint alle instructies zorgvuldig op te schrijven. ‘Lees je het maar nog een keer voor, in het Nederlands!’, vraagt ze als we klaar zijn. Ik lees de instructies voor het planten van zonnebloemen voor alsof het het mooiste gedicht is. ‘Wat een mooie taal’, zucht mijn tante, ‘wel veel mooier dan het Duits!’
[…] wegen; Istra-Antlantis; Nederlandse oprijlaan; Tsjechov in Istra; Bibliotheek; Oude graven; Datsja; Moskou, de Tretjakovgalerij; Moskou, het Skrjabin […]