The Art of the Nocturne. Frederic Voorn, piano. Esra Classics EC 040499, 2014. (gepubliceerd in Piano Bulletin, 2015, nr.1 april, p.89)
De Nocturnes van Chopin behoren tot de meest populaire werken uit het negentiende-eeuwse pianorepertoire. Dat er ook vóór en na Chopin meerdere componisten hun tijdgenoten met romantische pianominiaturen deden dromen van rozengeur, maneschijn, mysterieuze sterrenschittering en warme zomernachten, wordt vaak vergeten. De CD van de pianist Frederic Voorn dicht de lacunes en kan gezien worden als een beknopte maar een representatieve anthologie van Russische en Franse nocturnes.
De keuze voor twee invloedrijke nocturne-vormgevers, de in Rusland werkzame Ier John Field en de Parijse Pool Frédéric Chopin als landelijke en muzikale pilaren geeft Voorn de mogelijkheid om een imaginaire muzikale lijn door de ‘nachtmuziek’ van twaalf Russische en Franse componisten te trekken. Daarbij laat de Franse Chopin-‘connectie’ (Gutmann, Alkan, Bizet, Fauré, Debussy en Ropartz) zich iets duidelijker blootleggen dan de vermoedelijke Russische Field-traditie (Glinka, Tsjaikovski, Arenski, Skrjabin, Balakirev en Chatsjatoerjan). De Russische sfeerbeelden zijn moeilijk over een kam te scheren dankzij de sterk aanwezige melodische lijnen en liedmotieven die in de nocturnevorm slechts samengeperst worden. Maar Russisch of Frans, geen nocturne is hetzelfde en draagt een duidelijke signatuur van zijn componist. Bij elkaar op één CD geven deze zelden uitgevoerde werken overigens geen indruk van romantische mijmeringen. Vrij direct opgenomen, krachtig gespeeld, met een voorkeur voor sterke dynamische contrasten, klinken ze als karakterstukken, gestileerde dansen, wiegenliederen of liederen zonder woorden. Met zijn album The Art of the Nocturne biedt Frederic Voorn de kans om de algemeen verspreide mening over zoete, zuchtende en smartelijke nachtmuziek bij te stellen. ©Olga de Kort, 2015
Geef een reactie