Olga de Kort. Lieven Strobbe. Tonaal gereedschap voor klavierspelers. Antwerpen-Apeldoorn: Garant, 2014. ISBN 978-90-441-3140-6; ook verkrijgbaar in het Engels als Tonal tools; www.tonaltools.com. (gepubliceerd in PianoBulletin, 2015, nr.2, p.82-83).
Er zijn thema’s in het muziekonderwijs die altijd actueel blijven, ongeacht hoeveel artikelen en boeken eraan gewijd worden. Zoals de eeuwige vragen over principes, regels en grondslagen van het componeren en improviseren die tot de terugkerende onderwerpen behoren bij alle muziekopleidingen, nascholingstrajecten, methodische handleidingen en praktische cursussen. Hoe leer je een nieuwsgierige leerling zijn eigen liedje te componeren zonder dat hij zijn belangstelling al tijdens de uitleg over leidtonen, intervallen, verbindingen en oplossingen verliest? Elke nieuwe verhandeling biedt interessante aanknopingspunten die dankzij verschillende uitgangspunten hun eigen praktische toepassing vinden.
Tonaal gereedschap is geen traditionele didactisch gestructureerde methode met stapsgewijze oefeningen. Lieven Strobbe, docent orgel en creatief klavier in Leuven en Ekeren, ziet zijn nieuwe boek als een gereedschapskist vol nuttige instrumenten die een deskundige feilloos zal weten te gebruiken. Maar om zo ver te komen moeten eerst de regels uitgelegd worden. Strobbe reduceert tonale muziek tot een vijftigtal componenten die op hun beurt op een ‘basisset van 9’ steunen. Deze ‘eerste hulpset’ bestaat uit Tertia (parallele tertsen), Quiescenza (pedaaltoon), Scalino, Lancia (I-V verbinding), Cadenza (V-I), Phantom Lancia (I-IV), Phantom Cadenza (IV-I), Passi en ten slotte Tiranno. De benamingen refereren aan de terminologie van Robert Gjerdingen in zijn onderzoek naar de ‘Music in the Galant style’ (2006) maar bij de uitleg worden ook de historische termen gebruikt. Elke component moet ‘ontdekt’, onderzocht en uitgewerkt worden zodat hij uiteindelijk een link vormt naar een improvisatie of een eigen compositie. En dan begint het leukste gedeelte van het boek: zelfstandig muziek maken. Dankzij talloze voorbeelden uit muziekwerken, het veelvuldig refereren aan oude meesters, de jazzpraktijk en hedendaagse pop en rockmuziek is deze stap zo gemaakt. De fragmenten vragen om nagespeeld en ‘hercomponeerd’ te worden, en eigen ontdekkingen kunnen eerst op basis van bestaande muziek worden geïmproviseerd.
Zoals een goed gestructureerd muziekstuk betaamt, heeft Tonaal gereedschap ook een coda met overzicht van alle componenten en verbindingen. En aangezien we muziek in de 21ste eeuw maken, hoort er een website bij met vele extra’s en de app Tonal Tools voor Android en iOs. Alles bij elkaar bieden het boek, de app en website een schat aan praktische informatie en creatieve oefeningen op diverse niveaus en in alle genres en stijlen die niet alleen helpen bij het leren componeren maar ook bijzonder bruikbaar zijn voor het ontwikkelen van het gehoor, muzikale geheugen en de analytische vermogens van leerlingen. ©Olga de Kort, 2015
Geef een reactie