Olga de Kort. Alexander Skrjabin. Klaviersonate Nr.4 Fis-dur op.30 (Urtext). München: G.Henle Verlag, 2015. HN 1110; Klaviersonate Nr.7 op.64 (facsimile). Enleitung von Valentina Rubcova. München: G.Henle Verlag, 2015. HN 3228. (gepubliceerd in PianoBulletin, 2015, nr.2, p.80)
Ter gelegenheid van de 100ste sterfdag van Aleksandr Skrjabin (1872-1915) heeft Henle Verlag zijn Zevende Pianosonate gekozen voor een uitgave van het facsimile. Het manuscript van deze sonate werd door de componist in 1912 aan de uitgeverij van Serge Koussevitsky gegeven en kwam via een omweg van donaties en veilingen in 2006 in het bezit van de Juilliard School in New York. Voor wie de muziek van Skrjabin alleen van uitvoeringen en hedendaagse uitgaven kent, zal de kennismaking met het autograaf van deze bedenker van immense klankconstructies en omvangrijke kosmische theorieën een verrassing zijn. De in vele opzichten chaotische componist was een bijzonder zorgvuldige en nette kalligraaf die ontzettend veel belang hechtte aan een visuele structuur van zijn muziek. In haar uitgebreide commentaar licht Skrjabin-specialiste Valentina Rubcova Skrjabins werkproces toe en zijn zoektocht naar de precieze verklanking van zijn muzikale ideeën.
Met de uitgave van de Vierde Sonate (1903), eveneens verzorgd door Valentina Rubcova, heeft Henle Verlag nu alle tien pianosonates van Skrjabin als Urtext. Bij het uitbreken van het helaas verloren gegane manuscript neemt Henle de eerste Russische en de eerstvolgende Sovjetuitgaven uit respectievelijk 1904 en 1924 als basis met een lichte voorkeur voor de laatste. Ondanks zijn postume status hield de Sovjetpublicatie rekening met de correcties van Skrjabin zelf. Een welkome toevoeging is de programmatische tekst die Skrjabin ooit voor deze Sonate heeft bestemd. Het geëxalteerde, uiterst romantische gedicht in proza werd voor het eerst in 1948 gepubliceerd en is geschreven, volgens een brief van Skrjabin, in volledige overeenstemming met de muziek van de Vierde Sonate. ©Olga de Kort, 2015
Geef een reactie