Olga de Kort. Pauline Fairclough. Classics for the masses. Shaping Soviet musical identity under Lenin and Stalin. Yale University Press, 2016. ISBN 978-0-300-21719-3 (gepubliceerd in MUZE. Pianowereld, 2017, nr.4)
Klassieke muziek – voor de massa’s. Deze populaire Sovjet slogan ontstond in de eerste jaren na de Revolutie van 1917 en hielp de klassieke muziek haar weg naar het steeds bredere publiek te vinden. Binnen een decennium werden de klassiekers een niet te missen onderdeel van het dagelijks leven van miljoenen mensen. Alleen ging de nieuwe regering daarbij veel genuanceerder te werk dan vaak wordt aangenomen. De muziekpropaganda was net zo gereglementeerd en aan de partijkoers verbonden, als alle andere culturele uitingen. In haar onderzoek naar de transformatie van de klassieke muziek van de elitaire kunst van het oude regime tot de dagelijkse geestelijke behoefte van de massa’s ,staat Pauline Fairclough stil bij de belangrijkste gebeurtenissen op het cultureel-politieke toneel van de jaren 1917-1953 en de invloed daarvan op de muzikale beleving van de Sovjet mensen.
De eerste acht jaar na de Revolutie van 1917 waren gekenmerkt door het ontwerpen van een eigen Sovjet muziekcanon, die rigoureus plaats vrij maakte voor Glinka als vader der Russische muziek, de componisten van het Machtige Hoopje en, met enig voorbehoud, voor Tsjaikovski. Bij de canonisatie van geselecteerde en goedgekeurde componisten zoals Beethoven, Bach of Schubert, vielen er generaties musici buiten de boot, maar niemand keek op van een componist meer of minder. Aan de hand van diverse tabellen en archiefdocumenten geeft Fairclough het overzicht van de uitvoeringen met de Westerse en Sovjet muziek. Zij licht de programmering toe van de philharmonieën van Leningrad en Moskou en gaat ze in op de rol van diverse componistenorganisaties en genootschappen bij de selectie van repertoirestukken uit de klassieke en ‘modernistische’ muziek.
De veranderingen in het culturele klimaat van de jaren 1932-1941 met hun ogenschijnlijke aandacht voor de internationalisering en het modernisme, en in de praktijk het voeren van officiële campagnes tegen de geestelijke muziek en de Russische Associatie van Proletarische Musici (RAPM), markeren de periode van de zogenaamde Stalinistische Verlichting, met zijn repressies en het opkomen van het Russische nationalisme. Het slotstuk van Faircloughs uiterst informatieve en rijk gedocumenteerde boek is gewijd aan de overgangsperiode van de oorlogsjaren naar de beruchte Zjdanovtsjina, die tot en met de dood van Stalin in 1953 stand hield.
Naast de biografische gegevens van de vermelde musici, de noten bij hoofdstukken en het personenregister, telt Classics for the masses een twaalf pagina’s lange bibliografische lijst met publicaties die een geïnteresseerde lezer verder op weg kunnen helpen. Dat deze periode nog veel meer verrassingen in petto heeft, bewijst Pauline Faircloughs onderzoek naar de eerste 36 jaar in het leven van de staat die de klassiekers met ijzeren hand aan de massa’s heeft geschonken. Onder strikte voorwaarden, dat wel, maar ze werden door het merendeel van het publiek niet eens als zodanig opgemerkt. ©Olga de Kort, 2017.
Geef een reactie