Olga de Kort. Interview met Victoria Korshunova. Machines van toen en nu door het Moscow Contemporary Music Ensemble (gepubliceerd in MUZE, 2017, nr. 4)
Gerasp, getoeter en oorverdovende lawaai van fabrieksmachines én elektronica, licht en interactieve audiobeelden. Het nieuwe programma Machinerie van het Moscow Contemporary Music Ensemble (MCME) legt een brug tussen de muziek van de Russische avant-garde uit de jaren twintig van de vorige eeuw en die van onze tijd. Een caleidoscoop van klanken en technologieën brengt de twee tijdsbeelden bij elkaar. Hoe verhouden de experimentele ideeën van toen zich tot de vernieuwende concepten van nu? Wat gebeurt er als hedendaagse componisten zich door hun collega’s van honderd jaar geleden laten inspireren? En hoe actueel klinkt de muziek van de inmiddels klassieke avant-gardisten?Samen met de zes musici en de generale manager van het Ensemble Victoria Korshunova gingen vier componisten op zoek naar de transformatie van machines en klankenmechaniek. De ongewone invalshoek en het besluit om ook de klassieke werken van de Russische avant-garde in een nieuw jasje in te steken, leidden tot een spannende combinatie van de door machines geïnspireerde muziek, én de uitnodiging om het concert tijdens het Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival te spelen.
Hoe ontstond het idee om een machine als een hoofdpersoon van jullie programma op te voeren? ‘Het begon met het gedachte aan een project ter gelegenheid van 100 jaar van de Russische Revolutie met haar ongekende bloei van de avant-garde kunst. In de muziek van de jaren twintig – het begin jaren dertig, voordat alle initiatieven de grond in werden ingeslagen, vond er zelfs een ware Renaissance plaats. De eerste stenen werden ooit door Skrjabin en jonge Stravinsky en Prokofjev gelegd, om later uitgebouwd te worden door onder anderen Nikolaj Roslavets, Alexander Mosolov en Vladimir Deshevov. Het was de tijd van Deshevovs Rails en de IJzergieterij en Vier krantadvertenties van Mosolov, die op de meest prozaïsche teksten uit de krant Izvestija VTsIK zijn gecomponeerd. Zelfs voor onze innovatief denkende tijdgenoten is het haast onmogelijk om de creativiteit en vindingrijkheid van hun collega’s van honderd jaar geleden te evenaren’.
Is de avant-garde muziek uit de begintijd van de Sovjet Unie goed bekend bij het Russische publiek? ‘De tijd wanneer we ontzettend veel moeite moesten doen om een fragment uit een stuk van Mosolov of Roslavets te beluisteren, is gelukkig voorbij. In de laatste dertig jaar kon de avant-garde muziek op veel belangstelling rekenen, zij is inmiddels geen grote onbekende meer. De nieuwe generatie musici en luisteraars, geboren aan het eind van de Sovjet tijdperk, is ermee opgegroeid. Deze dertigers kregen veel meer kansen om te reizen, met andere culturen kennis te maken en zich in een veel opener geworden maatschappij te integreren’.
De avant-garde van nu is dus niet perse underground? ‘Nee, dat hoeft niet meer. Er zijn componisten die aan deze status zeer gehecht zijn, ze blijven de moderne muziek hoe dan ook met underground te verbinden. Maar deze kunstmatige relatie is niet nodig. De tijden zijn anders en wat het meest belangrijk is, de manier van denken is veranderd. Iedere muzikale richting heeft zijn stem en krijgt de kans om gehoord te worden, je hoeft daarvoor niet underground te gaan’.Machinerie is een muzikaal multimedia project, die naast het akoestische spel van musici ook twee hoogspanningsrelais en elektromotors aan het woord laat. ‘Wij zochten inderdaad naar zo veel mogelijk variatie. Dat we iets met machines gingen doen, stond van het begin af aan vast. Van fabrieksmachines tot Machines als video en computer games en onze thuiscomputers, we komen ze allemaal in ons leven tegen. Wij zijn omringd door machines, gewend en gehecht aan ze. En dat is een wezenlijk verschil met honderd jaar geleden. Toen was een machine een symbool van vernieuwing. Urbanisatie, industrialisatie, het omzetten van de oude wereld naar nieuwe rails kon niet zonder machines. Ze werden gezien als iets groots, monumentaal, positief en vooruitstrevend.
Maar kijk nu eens naar onze tijd. Een machine is een klein gadget dat nog meer kan dan een hele fabriek uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Neem ook de evolutie van de elektronische muziek, die ooit in enorme studio’s en grote laboratoriums is begonnen. Tegenwoordig wordt alles via computer programma’s geschreven. Vorig jaar hadden we een festival in Perm waar we veel componisten voor uitnodigden met hun multimedia programma’s, onder anderen Yannis Kyriakides uit het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Iedereen kwam met een eigen laptop, diverse snoertjes, communicatieporten en software. Met ons project kunnen we ons blik verruimen door de betekenis van een machine voor de componisten uit 1920-30 en voor onze tijdengenoten te bekijken’.
Elektronische muziek heeft wellicht geen symfonische orkest nodig, maar ook zij vraagt om voorbereidingstijd op het podium. Hoe lossen jullie de stiltes in het programma op? ‘Het liefst zouden we Machinerie als een onafgebroken muziekuitvoering willen doen: een stuk eindigt en het andere volgt meteen achteraan. Maar dat is inderdaad niet mogelijk gezien de voorbereidingstijd die de elektronica vergt. Wij lossen dit op door componisten aan het woord te laten die over hun werken vertellen, maar als dat niet kan dan proberen we de wachttijd tot minimum te beperken’.
De componisten van Machinerie kregen niet alleen de kans om hun nieuwe werk te presenteren, maar gingen ook de uitdaging aan om ook de klassiekers van Mosolov, Deshevov en Prokofjev te bewerken. ‘Ja, en het resultaat is zeer de moeite waard. De Rails van Deshevov is oorspronkelijk voor piano geschreven, terwijl de IJzergieterij van Mosolov en de Fabriek uit Prokofjevs ballet Le pas d’Acier beiden voor symfonieorkest bedoeld zijn. Nu spelen we de nieuwe elektroakoestische versies. In het geval van de IJzergieterij hebben we niet zozeer met transcriptie maar met een bewerking te maken in een nieuwe dramaturgie van Nikolaj Popov.
De overige vier composities zijn speciaal voor onze ensemblemusici door Vladimir Rannev (1970), Alexander Khubeev (1986), Alexander Chernyshkov (1983) en Nikolai Popov (1986) geschreven. Het publiek hoort straks dus de combinatie van fluit, klarinet, piano, slagwerk, viool en cello met interactieve audio, video, licht, multimedia, elektromotors en relais.Het programma ging in december 2016 met veel succes in première in Sint-Petersburg, Jekaterinenburg en Moskou. Wij kregen zelfs de prijs voor het beste Innovatie project van de Ministerie van Cultuur van de Russische Federatie. Het idee sloeg heel goed aan, en het Ensemble is trots op het resultaat’.
Met elke nieuwe compositie maken de musici van het Ensemble een stap in de nieuwe richting. Wordt de muziek ook steeds ingewikkelder om te spelen? ‘Nee, maar wel steeds uitdagender. Moeilijk of niet, in de moderne muziek is professionalisme doorslaggevend. Het Ensemble speelt al tien jaar in deze samenstelling, iedereen begrijpt elkaar zonder woorden, één blik is genoeg. De musici zijn zelfkritische solisten, veeleisend en perfectionistisch. Het niveau is heel hoog en de affiniteit met de hedendaagse muziek draagt bij tot begrip voor de nieuwe ideeën van componisten’.
Het Moscow Contemporary Music Ensemble bestaat 27 jaar. Is het moeilijk om aan het nieuwe repertoire te komen? ‘Er is juist meer aanbod dan ooit tevoren. Er zijn zo veel interessante componisten en aan de andere kant maar zo weinig ensembles die deze muziek op niveau kunnen uitvoeren. Het echte probleem is niet de selectie van het repertoire maar het verouderde systeem van het geven van opdrachten. Ik pleit al jaren voor samenwerking van opdrachtgevers zoals ministeries voor cultuur, municipaliteiten, bonden etc met orkesten, ensembles en festivals die goed op de hoogte zijn van alle nieuwe ontwikkelingen. Langzamerhand beginnen zelfs staatsorkesten en de meest conservatieve ambtenaren eindelijk te begrijpen dat muziek geen toekomst heeft zonder moderne componisten. En dat het belangrijk is om ze te steunen en te stimuleren. Vroeger hadden we een consumerend systeem, het geld ging naar uitvoerende musici, terwijl een componist blij moest zijn dat hij gespeeld werd. Dat is totaal verkeerd. Componist zijn is een beroep en zoals elk arbeid moet ook die van componist betaald worden’.
Hoe bekijken hedendaagse componisten en het publiek de muzikale erfenis uit de jaren 1920-30? Is deze muziek nog steeds actueel en interessant om te ontdekken? ‘De muziek van Mosolov, Roslavets of Deshevov heeft haar plaats teruggekregen. De hele avant-garde periode hoort bij de muziekgeschiedenis, het is onmogelijk om haar te negeren. De tijd waarin alles werd doodgezwegen is nu gelukkig voorbij. Deze muziek heeft haar podium en spelers en kan op geïnteresseerde luisteraars rekenen. Ze zal nooit zo populair worden als Tsjaikovski, maar waarom zouden we alles en iedereen steeds vergelijken? Elke tijd vraagt om de muziek die haar weerspiegelt en verklankt. Zo was het in de jaren 1920-30 en zo is het nu, met de muziek van onze tijdgenoten’. ©Olga de Kort, 2017
⇒ Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival: 15 september 2017, 16.00 uur, Jurriaanse Zaal. De Machine en de muziek door Moscow Contemporary Music Ensemble.
Geef een reactie