Olga de Kort. Interview met Sergey Neller

Olga de Kort. Interview met Sergey Neller: ‘Mijn muzikale geweten laat geen imperfectie toe’ (gepubliceerd in De Klank, nr. 1 september, 2017)

Dirigent, componist, pianist: de 34-jarige Sergey Neller is een veelzijdig musicus die geen uitdaging uit de weg gaat. Maar als je alles perfect wil doen en het niveau hoog wil houden, dan kom je onvermijdelijk voor een keuze te staan. Op dit moment kiest de tweede prijswinnaar van het laatste Gustav Mahler Dirigentencompetitie 2016 voor het dirigeren en componeren. In oktober 2017 maakt de Russische maestro zijn debuut bij philharmonie zuidnederland. neller_sergey- telecombeethovencompetitionbonn websiteOndanks de jonge leeftijd heeft Sergey Neller nu al een indrukwekkende lijst met wapenfeiten. Hij studeerde piano en compositie aan het Conservatorium van Moskou, en ging voor zijn directiestudie naar de Universität der Künste in Berlijn. Hij heeft inmiddels ervaring met orkesten in Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Duitsland en kan Neeme Järvi, Vladimir Jurowski en Simon Rattle tot zijn mentors rekenen. In juni 2017 was Sergey een van de vier geselecteerde dirigenten die voor het Concertgebouworkest stonden tijdens een driedaagse masterclass met Daniele Gatti. Tussen de bedrijven door, vertelde Sergey over zijn fascinatie voor zijn beroep.

Weet je nog wat er bij jou eerst was: het pianospelen of componeren? ‘Het pianospelen, maar het scheelde niet veel dat ik als componist ben begonnen. Ik was een heel muzikaal kind dat niets liever deed dan muziek maken. Op mijn tweede zong ik al alles na wat ik hoorde, op mijn derde experimenteerde ik met diverse ritmes. Mijn ouders merkten gelukkig heel snel mijn muzikaliteit op en stuurden me op mijn zesde naar de muziekschool. Drie jaar later voltooide ik mijn eerste stukken.’

Je hebt een ruime podiumervaring als prijswinnend pianist en kunt op zowel recitals en kamermuziekuitvoeringen als cd-opnamen met Chopin, Medtner en Skrjabin terugkijken. Niemand twijfelde er ooit aan dat je als concertpianist door het leven zou gaan. Toch koos je voor een nieuwe uitdaging en begon opnieuw als dirigent. Was het een langgekoesterde droom die in vervulling ging? ‘Een droom, een wens en een behoefte. Ik zie mijn overstap naar orkestdirectie als een logisch vervolg van mijn piano-optredens. Mijn behoefte om te dirigeren groeide langzaam en werd op een gegeven moment een innerlijke noodzaak. Ik had er niet genoeg aan om alleen achter de piano te zitten, ik verlangde naar meer. Het kleurpalet van orkest biedt zo veel meer aan, en dan heb ik het nog niet eens over de muzikale diepten die met orkestrepertoire mogelijk is. Dat was precies wat ik bij mijn andere muzikale activiteiten miste.’

Als componist was jij stipendiaat van Mstislav Rostropovich Foundation met twee opera’s op je naam. Kon je of wilde je niet alles blijven combineren? ‘Ik zou het wel willen, maar het is niet anders. Ik heb een sterk ontwikkeld muzikaal geweten en weet dat het onmogelijk is om alles tegelijk op hetzelfde hoge niveau te doen. Nu concentreer ik mij op het dirigeren, en het componeren blijf ik erbij doen. Mistislav Rostropovich zei ooit dat het muzikale geweten heel belangrijk is voor een musicus. Het is je maatstaf die je waarschuwt als je niet op een hoog niveau presteert en niet alles aan het publiek en medemusici geeft. Je moet altijd eerlijk tegen jezelf blijven.’ SergeyNeller-foto YvesPetitHoe vertaal je dat in je dirigentenpraktijk? ‘Het begint bij de voorbereiding. Ik wil 100% voorbereid zijn, altijd en overal. Als ik voor een orkest sta, moet ik elke noot weten en alles wat door elk orkestinstrument gespeelt wordt. Ik steek veel tijd in de voorbereiding en ben continue met partituren bezig. Ook ‘s nachts en overdag blader ik steeds opnieuw door de pagina’s om te kijken of ik misschien iets over het hoofd heb gezien. Nieuwe details, mooie momenten, andere invalshoeken, daar ben ik continue naar op zoek. Dan heb ik wel iets om aan het orkest te geven. Elk orkest verwacht van een nieuwe dirigent nieuwe informatie over de muziek die ze gezamenlijk gaan herontdekken.’

Het dirigeren betekent ook dat je als musicus veel intenser met andere musici samenwerkt dan bijvoorbeeld in een kamermuziekensemble. ‘Ja, daarom fascineert dit beroep mij zo. Het heeft iets onverklaarbaars, iets wat moeilijk onder woorden is te brengen. Magie, misschien, of zelfs een vorm van hypnose? Want er moet wel een connectie tussen de dirigent en zijn orkest ontstaan, en dat gebeurt op een geheel ander niveau dan gewone communicatie. Als het klikt, dan heb je het gevoel dat je een orkest kan sturen en beïnvloeden. Niet alleen met je technisch correcte gestes maar ook met je lichaam en handen. Je kijkt musici ook in de ogen en ziet meteen hun reactie. Ik vind deze non-verbale communicatie heel belangrijk. Deze kant van het dirigeren vind ik bijzonder intrigerend.’SergeyNeller-foto YvesPetit-2Zijn er dirigenten die dat volgens jou allemaal hebben en die je als voorbeeld ziet? ‘Jazeker, het is niet zo dat ik eerst helemaal blanco naar het conservatorium ben gegaan en daar het dirigeren als vak pas heb ontdekt. Overal waar ik was, lette ik altijd op gestes, bewegingen en diverse manieren van dirigeren. Zo was ik van kinds af aan geboeid door Gennadi Rozjdestvenski. Het is indrukwekkend hoe hij met één kleine geste, één minimale beweging, met een hoofdknikje of zelfs het optrekken van een wenkbrauw het hele orkest naar zijn hand kan zetten. Van de jongere generatie waardeer ik met name Andris Nelsons. Hij heeft dezelfde hypnotiserende kracht en de gave om het orkest met zijn blik of een gezichtsuitdrukking te beïnvloeden.’

Binnenkort sta je voor philharmonie zuidnederland en moet je ook contact met een nieuw orkest opbouwen. ‘Het is altijd een grote vreugde om een nieuw orkest te ontmoeten. Ik zie het als een nieuwe kans om iets nieuws te leren. Elk orkest is anders en het is aan de dirigent om die ene speciale benadering van orkestmusici te vinden die tot een maximaal goed contact bijdraagt. In de eerste tien minuten moet ik de sfeer en verwachtingen van musici zien te begrijpen en heel snel beslissen hoe ik op een maximaal effectieve manier met deze musici kan werken. De eerste tien minuten zijn een psychologische monitoring van de omstandigheden waar ik ben beland. Het maakt onderdeel uit van mijn werk en ik vind het zowel spannend als fascinerend.’ ©Olga de Kort, 2017.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: