Jacqueline Oskamp. Onder stroom. Geschiedenis van de elektronische muziek in Nederland. Amsterdam, Ambo, 2011. 251 p., ill. ISBN 978 90 263 2324 9
De tijd gaat snel, ook in de muziekgeschiedenis. De pioniers van gisteren worden gerespecteerde grondleggers, hun vaak intuïtieve zoektocht naar de nieuwe klankmiddelen wordt voorzien van een rode draad en krijgt theoretische onderbouwing van musicologen, hun experimenten van weleer worden door de nieuwe generatie hemelbestormers als ABC bestudeerd. In de jaren vijftig van de vorige eeuw was de Nederlandse elektronische muziek nog een randverschijnsel, slechts weggelegd voor enkele ingewijden die onder sceptische belangstelling van de buitenwereld aan klankonderzoek in technische laboratoria en studio’s werkten. De tijd van de eerste studio’s in Eindhoven en Delft, maar ook van het Instituut voor sonologie zoals in de jaren 1964-86* en de STEIM uit de jaren 1969-2000** is voorbij. Het opnemen en manipuleren van concrete geluiden gaat door, onder al lang ingeburgerde termen zoals sampling, recycling en remixing. Wij leven in het tijdperk van live sampling, laptopmuzikanten, homestudio’s en klankinstallaties.
Het boek van Jacqueline Oskamp vertelt over de eerste dertig jaar van de elektronische muziek in Nederland. In deze drie beslissende decennia maakte het ingewikkelde productieproces en het ambachtelijke karakter van het elektronische componeren plaats voor tapemuziek, digitale opera’s en huiscomputers. De introductie van MIDI aan het beging van de jaren tachtig werd gevolgd door de ontwikkeling van steeds nieuwere software, totdat de elektronica ‘een vanzelfsprekend onderdeel van het instrumentarium’ in composities van Jacob ter Veldhuis, Jan-Bas Bollen, Michel van der Aa of Yannis Kyriakides werd. In slechts drie decennia werden de grenzen van het onmogelijke steeds verder verlegd, en zagen de pioniers hun dromen uitkomen.
Als geschiedschrijver beperkt Oskamp zich niet alleen tot de gebeurtenissen maar beschrijft ook met veel respect de denk- en werkwijze van de zes hoofdpersonages die de loop van deze recente geschiedenis mede bepaalden. Creatief, eigenwijs, hun tijd vooruit, vernieuwend en invloedrijk – met hun dromen, ideeën, experimenten en composities schreven Ton Bruynèl, Jan Boerman, Dick Raaijmakers, Michel Waisvisz, Edwin van der Heide en Anne La Berge de klinkende geschiedenis van de elektronische muziek in Nederland. Nu droomt de nieuwe generatie musici over steeds nieuwe en ‘ongekende mogelijkheden’ van elektronica en zet de experimenten met klankcombinaties, intonaties en eigenschappen van klanken voort. De elektronische muziek in Nederland is volop in ontwikkeling en is toe aan deel twee van zijn geschiedenis. ©OlgadeKort, 2012.
*, **: jaren beschreven in het boek Onder Stroom.
Geachte Olga de Kort,
Graag maak ik u erop attent dat het Instituut voor Sonologie sinds 1986 is gehuisvest in het Koninklijk Conservatorium Den Haag. Sonologie is springlevend, net als STEIM in Amsterdam. Kijkt u maar even op de websites http://www.sonology.org en http://www.steim.org. Mocht u behoefte hebben aan een wat meer kritische beschouwing over het boek van Oskamp, dan kan ik u mijn artikel in het zomernummer 2011 van literair tijdschrift De Gids van harte aanbevelen.
Geachte heer Tazelaar, bedankt voor uw reactie! Ik ken de website van het Instituut voor Sonologie en de website van STEIM. De vermelde jaren hebben betrekking op de jaren die beschreven zijn in het boek van Jacqueline Oskamp. Om misverstand te voorkomen heb ik inmiddels een voetnoot gemaakt die de relevantie van deze jaren nader verklaart.