Thera Coppens. Suzanne en Edouard Manet. De liefde van een Hollandse pianiste en een Parijse schilder. Meulenhoff, 2014. 367 p, ill. ISBN 978-90-290-8856-5. (gepubliceerd in Luister, 2015, nr.708, p.102)
“Onder uw vingers ontwaakt de muziek…”
Saskia van Rembrandt, Hélène van Rubens, Gala van Dalí, stuk voor stuk vrouwen die model stonden voor hun schilderende echtgenoot en daarmee eeuwige roem verwierven bij zowel tijdgenoten als latere generaties. Elk rimpeltje, elke – met veel liefde afgebeelde – overtollige kilo van hun lichaam is uitvoerig bestudeerd en gecatalogiseerd. Dankzij de belangstelling van Thera Coppens voor een blonde, mollige vrouw op schilderijen van Edouard Manet is een galerij kunstenaarsvrouwen een nieuwe naam rijker, en krijgt Manets Nederlandse muze weer de plaats in het Parijse kunstleven die haar ooit toebehoorde. Want Suzanne Leenhoff was veel meer dan alleen de ‘verraste nimf’ of statige ‘Madame Manet op een blauwe canapé’. Wie naar haar handen kijkt, ziet de vingers van een pianiste die, zelfs rustend op crinoline, de juiste houding innemen. Over deze vingers schreef de dichter Théodore de Banville: “onder uw vingers ontwaakt de muziek en bezingt met haar mooie stemmen haar verlangens’.
De verlangens en dromen van Suzanne zelf reikten veel verder dan Nederland. Als we de recensie in de Tielsche Courant van haar concert in Zaltbommel op 15 april 1853 moeten geloven, was de Zaltbommelse beiaardierdochter ‘een degelijke pianiste’ met een ‘schoonen aanslag’ en een ‘grote bewonderenswaardige vingervaardigheid’. Een veelbelovende musicienne voor wie de recensent op een mooie solistencarrière ‘in de toekomst’ hoopte. Maar in haar toekomst lag een ontmoeting met Edouard Manet besloten en een leven in de schaduw van deze steeds beroemder wordende schilder. Als Madame Manet bleef ze altijd piano spelen: voor haar man, zijn vrienden en de vele bezoekers van haar muzieksalon zoals Baudelaire, Chabrier, Zola, Degas, Monet, Renoir en Cézanne. In haar muziek vond Manet troost, Baudelaire zijn gemoedsrust en Chabrier zijn inspiratie.
Thera Coppens schreef een mooi, warm en goed gedocumenteerd boek over twee kunstenaars die vastbesloten hun dromen waarmaakten. Zij, Suzanne Leenhoff, in de muziek, hij, Edouard Manet, in de schilderkunst. Beiden onverzettelijk in hun besluit om zich aan de kunst te wijden, beiden gezegend met een sterke wil die hun hielp om zich ondanks de heersende voorschriften en conservatieve denkbeelden staande te houden. Een gedeelde wilskracht, aangevuld met de ‘onverstoorbare blijmoedigheid’ van de Nederlandse pianiste waarop haar onder spot, onbegrip en het uitblijven van erkenning lijdende man kon steunen. Niet voor niets zijn haar portretten vol licht en kleuren die op geen van Manets andere schilderijen te vinden zijn. Madame Manet, altijd rustig en stralend, met mooie pianistenhanden die eeuwig de melodie van haar leven en liefde spelen. ©Olga de Kort, 2015.
Geef een reactie