Olga de Kort
Collegium Marianum / Jana Semerádová – Galuppi’s concerten (gehoord op 31 augustus in TivoliVredenburg, Hertz. Festival Oude Muziek Utrecht; gepubliceerd op de website van de Concertzender)
Programma: Baldassare Galuppi. Concerto per flauto solo in D, Concerto a quattro in c; Antonio Vivaldi/ František Jiránek. Concerto per il violino in D RV Anh. 8 / Jk Ap. 1; František Jiránek. Concerto per il flauto in D Jk 11; Antonio Vivaldi. Concerto ‘La notte’ in g RV 439.De uitgebreide kennismaking met de muziek van Baldassare Galuppi (1706-1785) is een van de buitengewone kansen die het Oude Muziek Festival Utrecht zijn luisteraars dit jaar biedt. Klavecimbelsonates, instrumentale concerten, motetten en geestelijke koorwerken werpen licht op de muzikale nalatenschap van de Venetiaan, die in de achttiende eeuw tot de ‘grootste levende meesters’ werd gerekend. Elk festivalwerk voegt steeds iets toe aan onze kennis van Galuppi’s muziek en maakt het in de loop der tijd verbleekte beeld van de componist completer en herkenbaarder.
Zo blijkt Baldassare Galuppi een meester van de opening te zijn. De eerste maten van zowel het Fluitconcert in D als het Concerto a quattro in c zijn zo aangrijpend dat de aandacht van de geïntrigeerde luisteraar niet meer kan verslappen. De favoriete hofcomponist van Catharina de Grote weet wel dergelijk hoe hij de grootst mogelijke tegenstellingen in klank en intensiteit kan creëren om de melodieuze solopartijen uit te lichten. Hij plaatst zijn solisten op een voetstuk en geeft ze alle ruimte om te schitteren. Met een traversospeler als Jana Semerádová krijgt de muziek van Galuppi nog meer luister. Ze bezit een bijzonder verfijnde manier van spelen, uitmuntende techniek en een opvallende manier om met haar instrument om te gaan: alsof ze een kostbaar en breekbaar sieraad in haar handen houdt. Met haar fabuleuze pianissimo weet de Tsjechische bovendien een eindeloos scala van diepe en meest verfijnde klanken te toveren die tot het zacht gefluister neerdalen.
De twee in Utrecht gespeelde concerten laten Galuppi ook zien als meester van dramatische effecten en smartelijke verlangens. Het tweede deel Adagio piano sempre uit zijn Fluitconcert lijkt zo uit een passie te komen. Het Grave van het Concerto a quattro krijgt een donkere diepte dankzij de gedragen en langzaam ontvouwde lijnen in de altviool, cello en contrabas. Met muziek van een dergelijk hoog dramatisch gehalte is de verleiding groot om nog meer smart toe te voegen maar de musici van Collegium Marianum slagen erin om Galuppi’s dramatische neigingen in te perken. Hun samenspel is voorbeeldig, samen vormen ze een elkaar goed aanvoelend en op elkaar reagerend ensemble, dat bovendien met zichtbaar plezier naar elkaar luistert.
De concerten van Vivaldi en zijn leerling Jiránek vormen een mooie toevoeging op Galuppi’s verheven kunst van kleine, verfijnde gebaren en schone melodieën. Met hun passie en onstuimigheid gaven ze de musici iets meer kansen om hun virtuoze spel en de uiteenlopende dynamische en klankschakeringen in tutti- gedeelten te demonstreren. Wederom indrukwekkend was Semerádová in haar technisch veeleisende en adembenemend mooie traverso-solo’s. Met haar adembeheersing en controle over dynamiek en tempi wist ze bij iedere inzet steeds nieuwe nuances in te brengen. De uitvoering van het Adagio uit Jiráneks Fluitconcert, met zijn doorzichtige klank, lichtvoetig geborduurd op pizzicato’s van de basso continuo-groep, was van een zeldzame schoonheid. Als ontspannende afsluiting koos Collegium Marianum voor het Concerto ‘La notte’ van Vivaldi dat op zich al een belevenis was om mee te maken. En dat geldt voor het gehele concert dat de Utrechtse festivalgangers in de gelegenheid stelde om de unieke kleur, elegantie en verfijning van Baldassare Galuppi en twee van zijn tijdgenoten te ontdekken. ©Olga de Kort, 2016.
[…] ⇒ Zie ook: Galuppi’s motetten, Galuppi’s concerten. […]